Herbebossing Klein Bonaire en Klein Curaçao groot succes

De herbebossingsprojecten op Klein Bonaire en Klein Curaçao zijn een groot succes. De geherintroduceerde planten en bomen doen het goed op het eilanden en planten zich voort. Op Klein Bonaire zijn weer grote exemplaren van fruitdragende bomen gevonden, die een voedselbron kunnen vormen voor vogels die in jaren niet meer op het eiland zijn gezien.
  

Nieuwsbericht Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA)

De projecten zijn opgestart door Caribbean Research & Management of Biodiversity (CARMABI) op Curaçao. In 2000 begon het herbebossingsproject op Klein Curaçao. De eerste resultaten inspireerden een soortgelijk project op Klein Bonaire, dat in 2006 begon. De ecosystemen op beide eilanden laten veelbelovende resultaten zien. Tijdens zijn bezoek in juni en juli van dit jaar aan de eilanden omschreef onderzoeker dr. Dolfi Debrot van IMARES/WUR de resultaten als 'verbazingwekkend'. Op Klein Curacao zijn meer dan 10 inheemse planten geherintroduceerd en ze planten zich met succes voort.

Nieuwe kans voor bodembedekkers op Klein Curaçao

Geteisterd door passaatwinden, met een dorre, vlakke kalkstenen bodem en een bloedhete zon heeft Klein Curaçao (70 hectare) een van de barste landschappen in het zuidelijke Caribische gebied. In de afgelopen 100 jaar was begrazing door wilde geiten een overheersend probleem. Op Klein Curaçao is de originele inheemse bomenvegetatie door de begrazing en door fosfaatmijnbouw geheel verdwenen; op Klein Bonaire (600 hectares) heeft het ecosysteem in het verleden onder houtkap voor houtskool te lijden gehad.

Toen in 1996 de toenmalige overheid van de Nederlandse Antillen de begrazingsrechten op Klein Curacao verwierf, werd het uitgemergelde vee van het eiland gehaald. Dit maakte het pad vrij voor CARMABI om meerdere herbossingsprojecten tussen 2000 en 2009 uit te voeren. Het doel was om inheemse kustvegetatie opnieuw te introduceren om zo de herbeplanting een goede start te geven op dit eens zo dichtbegroeide eiland. CARMABI heeft, in samenwerking met Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA), in 2006, 2007 en 2009 op Klein Bonaire inheemse bomensoorten geplant, zoals de Watakeli (Bourreria succulenta), Mansaliña Bobo (Metopium brownei) en Myrcia curassavia; bomen die allemaal eerder vrijwel van het eiland waren verdwenen.

Op Klein Curaçao heeft het ruwe klimaat een groot deel van de geïntroduceerde planten doen sterven, nog voor de planten konden wortelen. Toch wisten honderden van de geplante bomen en struiken tot een aanzienlijke grootte te groeien. De uitbundigst groeiende boomsoort is de Mangel Blanku (Conocarpus erectus), een mangrove-achtige boom. Hiervan zijn verschillende exemplaren inmiddels hoger dan vier meter gegroeid, en zaadlingen en jonge bomen zijn goed over het eiland verspreid. Doordat de geiten van het eiland verwijderd zijn, hebben bodembedekkers een kans gekregen om te bloeien. Dit zorgt voor uitgestrekte grasvelden, voornamelijk bedekt met de Korta-Man (Cuperus planifolius). De uitbundigst groeiende struiksoort is de Tabako di Piskado (Mallotonia gnapholodes). Deze groeit met name aan de kust, net als de lokaal bedreigde zeebes (Scaevola plumieri) (foto linksboven), die op Curaçao alleen op Klein Curaçao te vinden is. Tijdens het onderzoek werden bloemen, zaden en zaadlingen van 16 van de geïntroduceerde soorten gevonden. Deze soorten hebben zich al zelfstandig over het eiland weten te verspreiden en weten voort te planten.

Nieuwe bomen voedselrijk voor bedreigde vogelsoorten

De focus op Bonaire lag in de eerste plaats op planten die in kleine aantallen voorkwamen en met lokaal uitsterven werden bedreigd, zoals de inheemse Sabal Palm (Sabal causuarium) en de bedreigde boom Myrcia curassavia. In de tweede plaats ging het om planten die een veelbetekende ecologische rol spelen, zoals een bron van fruit of bloemen voor vogels en andere dieren, zoals Watakeli, Mansaliña Bobo, Palu di Huku (Jacquinia arborea) en Palu di Rhambèshi (Sideroxylon obovatum).

Op klein Bonaire zijn soortgelijke resultaten zoals op Klein Curaçao behaald. Op het eiland komen nu volgroeide bomen van de soorten Palu di Huku, Watakeli, Mansaliña Bobo, Lumbra Blanku (Erithalis fruticosa) en Uña di Gatu (Pithecellobium unguis-cati) in bloei voor, en ze dragen al fruit. Deze bomen verrijken de vegetatie en produceren voedsel voor bedreigde vogelsoorten tijdens het droge seizoen. In het verleden kwamen de Roodhalsduif (Patagioenas squamosa) en de Geelschouder Amazone papegaai (Amazona barbadensis) op het eiland voor, maar in de afgelopen decennia zijn ze van het eiland verdwenen. Sinds het herbebossingsproject in 2009 eindigde, zijn een paar Roodhalsduiven op het eiland aangetroffen, en hopelijk zal ook de Geelschouder Amazone papegaai volgen.

Planten vormen begin van herstel

Planten vormen de motor van een ecosysteem: zonder planten blijft de biodiversiteit meestal laag. Doordat de planten het goed doen op Klein Curaçao, verschijnen er weer inheemse vlindersoorten op het eiland. De kleine Grey Ministreak (Ministrymon azia) komt nu op de gehele westkust op het eiland voor. Ook de blauwe Hemiargus hanno en de bruine Bubastus Hairstreak (Strymon bubastus) komen op het eiland voor. Het Suikerduifje (Coereba flaveola), een inheemse vogelsoort, was ook geherintroduceerd op het eiland (drie exemplaren), maar is sinds 2 jaar weer van het eiland verdwenen. Echter, de bedreigde Striped Anole (Anolis linearis), een insectenetende boomhagedis, waarvan meer dan 30 exemplaren op het eiland werden geherintroduceerd, lijkt het goed te doen.

Deze projecten laten zien dat als herbebossingsprojecten met de juiste keuze voor soorten, locaties, plantingstechnieken en timing worden aangepakt, het mogelijk is om een ecosysteem met beperkte middelen opnieuw op te bouwen. Natuurlijke verschijnselen zoals schaduw, bladafval en schuilplaatsen tegen de wind komen nu weer op Klein Curaçao voor. Die vormen zo ook weer een kans voor de meer kwetsbare plantensoorten om zich te ontwikkelen. De wortels van de ontwikkelende vegetatie helpen om de aarde op z'n plek te houden en voorkomen zo erosie van het eiland. Zo helpen ze om Klein Curaçao te beschermen met het oog op klimaatverandering en zeespiegelstijging. De herbebossingsprojecten laten de verwoestende kracht van de begrazing door wilde geiten zien, maar ze laten ook zien dat als er maatregelen tegen overbegrazing worden genomen, de inheemse flora en fauna snel kan terugkomen, zeker als deze een helpende hand wordt geboden. De resultaten van beide projecten zijn opmerkelijk, aangezien het op de eilanden om een extreem droog en bar klimaat heerst, voornamelijk op Klein Curaçao. Dit geeft hoop voor andere eilanden in de Zuid-Caribische regio met soortgelijke problemen en een soortgelijk klimaat.

26 september 2013

© tekst DCNA/Change Magazine, alle rechten voorbehouden. Dit artikel is niet vrij te gebruiken.