Kilimanjaro: proeftuin voor duurzame ontwikkeling
Een paar jaar geleden ging een foto de wereld rond met de alarmerende kop: Witte top Kilimanjaro nagenoeg verdwenen. De media verklaarde het smelten eenduidig: Door de opwarming van de aarde is vrijwel alle sneeuw op de krater gesmolten. De Kilimanjaro groeide uit tot symbool van klimaatverandering. Maar er is meer; de interactie tussen klimaat, toerisme, landbouw, en sociale omstandigheden maken de berg een proeftuin voor duurzame ontwikkeling.
Door Pim Martens
De Kilimanjaro is het nationale symbool van Tanzania, een toeristische en alpinistische trekpleister van jewelste en van groot belang voor de meer dan 1 miljoen mensen die rond de berg wonen. De Kilimanjaro herbergt een grote diversiteit aan dier- en plantensoorten, en, omwille van zijn zeldzame en endemische flora en fauna, is de Kilimanjaro aangewezen als een World Heritage Site en een Biosphere Reserve. De witte top is bovendien vereeuwigd door Ernest Hemingway. Zijn klassieker 'De sneeuw van de Kilimanjaro' gaat over een stervende man die nog eenmaal de witte bergtop wil zien. Ook ik heb, als toerist, een kijkje kunnen nemen in dit mooie, maar kwetsbare gebied.
Kilima Njaro
Mount Kilimanjaro ontleent haar naam uit het Swahili, waar de woorden Kilima Njaro schijnende berg betekenen, een verwijzing naar de legendarische ijskap. Mount Kilimanjaro is met een hoogte van 5895 meter de hoogste berg in Afrika en ligt op slechts 3 graden ten zuiden van de evenaar. Vroege Europese
ontdekkingsreizigers waren stomverbaasd sneeuw te zien op een berg in de tropen. Tegenwoordig is het een van Afrika's meest populaire toeristische bestemmingen, met ongeveer 100.000 toeristen, dragers, en gidsen per jaar die naar de top proberen te klimmen. Wat de meeste mensen niet weten over de berg is dat het een van de meest productieve agrarische gebieden in Afrika is. Meer dan een miljoen mensen wonen op de lager gelegen hellingen, waarbij ze profiteren van de rijke vulkanische bodem en overvloedige regenval.
Het afstromingswater van de Kilimanjaro voedt de Pangani-rivier, die een belangrijke bron van water is voor boeren en huishoudelijke gebruikers langs de rivier. In de loop der eeuwen heeft de Chagga bevolking, die leeft op de hellingen, een uniek landbouwsysteem ontwikkeld. Hierin wordt een verscheidenheid van gewassen en hardhoutbomen op hetzelfde perceel grond verbouwd. Door het combineren van planten, zoals koffie met banaan, werd de kwetsbaarheid verminderd. Sinds de koloniale tijd levert een slim gebouwd irrigatiesysteem water aan de kleine boeren die leven op de berg.
Ontbossing
De laatste jaren zijn deze landbouwpraktijken echter gewijzigd. Meer aandacht voor commerciële boomsoorten heeft geleid tot grootschalige ontbossing. Door te weinig herbeplanting is er op grote schaal erosie opgetreden, is er minder afstroom naar de rivieren en beken en is een aantal habitats en diersoorten verloren gegaan. Door het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn grote hoeveelheden chemische stoffen in het ecosysteem terecht gekomen. Deze zorgen op hun beurt voor verlies van biodiversiteit, een dalende vruchtbaarheid van de bodem en verontreiniging van het water.
De huidige bevolking van de Kilimanjaro regio heeft natuurlijk te kampen met de gevolgen van deze niet-duurzame praktijken. Zo is brandhout op de Kilimanjaro steeds moeilijker te vinden. Aangezien meer dan 90% van het energiegebruik in Tanzania is gebaseerd op hout, zijn vrouwen, die van oudsher het brandhout verzamelen, veel meer tijd kwijt, en wordt er met moeite verdiend geld voor de aankoop van hout uitgegeven. Ook de toenemende bevolkingsgroei op de Kilimanjaro zet extra druk op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en bouwland.
Naast de lokale ontbossing, bosbranden, en niet-duurzame landbouwpraktijken, is de Kilimanjaro ook onderworpen aan mondiale milieuveranderingen, zoals klimaatverandering. Een daling van de neerslag in combinatie met een lokale opwarming die heeft plaatsgevonden in de tweede helft van de twintigste eeuw, zal de ijskap op de Kilimanjaro naar verwachting de komende decennia verder afnemen. Dit is erg maar de indirecte effecten hiervan zijn waarschijnlijk ernstiger. Water tekort, verlies van biodiversiteit en daling van de inkomsten uit het toerisme hebben grote gevolgen voor de nationale economie. Deze inkomsten worden gebruikt voor maatschappelijke ontwikkelingsprojecten, zoals de bouw van scholen, ziekenhuizen, water en sanitaire voorzieningen. En uiteraard is er een keerzijde - de toeristenindustrie in Afrika heeft ook menselijke en ecologische kosten, maar daar ga ik in dit verband niet dieper op in.
In de tijd die nodig is om de berg te beklimmen, vang je een glimp op van de schoonheid en dynamiek van dit gebied. Ook krijg je door gesprekken met dragers en gidsen een beetje het gevoel hoezeer het toerisme van invloed is op de sociale structuur in de regio en ver daarbuiten. Wat al snel duidelijk wordt is dat de uitdaging voor deze regio breder is dan alleen klimaat. Het klimaatsymbool weerspiegelt veel meer: de Kilimanjaro geeft de complexe interactie aan tussen klimaat, toerisme, landbouw, en sociale omstandigheden. Juist deze interactie maken de Kilimanjaro een proeftuin voor duurzame ontwikkeling.
Pim Martens is Hoogleraar Duurzame Ontwikkeling en Wetenschappelijk directeur ICIS (International Centre for Integrated assessment & Sustainable development, Maastricht University)
www.icis.unimaas.nl, tel: +31 (0) 43 3883555
16 december 2008
Domein: Duurzaam gebouwde omgeving