Klimaatdoolhof
Politici, wetenschappers, beleidmakers, advocaten, lobbyisten, activisten en journalisten komen deze twee weken samen om te praten, presenteren, onderhandelen, luisteren en strijden voor hun zaak in Kopenhagen. Wat voor rol speelt Nederland in dat spel en wat is de invloed van Kopenhagen op Nederlands beleid?
Door Maartje Smeets
Voor wie het van buitenaf bekijkt lijkt Kopenhagen een ingewikkeld doolhof met een duidelijk eindpunt: een rem op klimaatverandering bewerkstelligen. De weg naar het eindpunt lijkt even onoverzichtelijk, druk als eindeloos. Wie doet nu wat in Kopenhagen en waar komt de Nederlandse delegatie mee thuis?
In opdracht van het publiek private samenwerkingsverband EnergieTransitie proberen hoogleraar milieuwetenschappen Pier Vellinga en beleidskenners Jacco Kroon en Roebyem Anders van De Groene Golf antwoord te geven op die vragen in de publicatie Beknopte gids door de klimaatdoolhof.
Het eerste obstakel voor de onderhandelingen in Kopenhagen is het vrijwel ondoorgrondelijke organisme van mondiale en regionale klimaatovereenkomsten, - doelen, en -instrumenten die altijd in beweging zijn en elkaar beïnvloeden. Nationale belangen vormen een belangrijk ingrediënt van dit proces, maar deze worden tegelijkertijd beperkt door internationale afspraken. Voor Nederland zijn de klimaatverdragen van de Europese Unie en de Verenigde Naties leidend.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan het EU-doel van dertig procent minder CO2-uitstoot in 2020. Van de rijke landen zullen in Kopenhagen harde toezeggingen verwacht worden, en kunnen de nieuwe economieën zoals Brazilië, Mexico en China waarschijnlijk toe met zachtere doelen, zodat hun ontwikkeling niet gehinderd wordt.
"Het punt is dat in Kopenhagen iedereen tegelijk moet bewegen", zegt milieubeleidskenner Jacco Kroon. "Anders gebeurt er gewoon helemaal niets. Om iedereen tegelijk in gang te zetten is leiderschap nodig. Nu wordt er nog een beetje naar elkaar gekeken van wie gaat de kar trekken. Toch merk ik uit gesprekken met betrokkenen en kenners die ik voor dit onderzoek heb gevoerd, dat veel mensen positief zijn over de kans van slagen van de COP15."
Reden daarvoor is volgens Kroon dat zowel de VS als China in de aanloop naar Kopenhagen toezeggingen hebben gedaan over reducties van CO2-emissies. Dat geeft ook andere deelnemers aan de top moed en overtuiging om stappen te zetten. Wat ook meehelpt is het feit dat bijvoorbeeld China klimaatverandering niet alleen als bedreiging ziet, maar ook als economische kans. Het land is nu de grootste producent van zonnecollectoren en elektrische scooters.
De EU is bereid 10 tot 15 miljard per jaar bij te dragen aan maatregelen voor mitigatie en adaptatie, maar dan moeten landen als Japan en de VS ook over de brug komen. De bedragen die wereldwijd voor aanpassingen aan klimaatverandering zouden worden uitgetrokken variëren van 100 miljard tot 500 miljard.
Volgens Kroon voelt de politiek de drang om met een positief resultaat Kopenhagen weer te verlaten. Probleem is alleen de verdeeldheid, alleen al tussen bijvoorbeeld de nieuwe en oude EU-lidstaten.
Voorzitter Theo Walthie van EnergieTransitie: "De Nederlandse doelstelling voor de COP15 is om de CO2 uitstoot in 2015 met dertig procent te verminderen. Als we die doelstellingen willen halen, moeten we vanaf nu vier keer zo hard gaan lopen. Er gebeurt wel veel op het gebied van beleid, maar niet genoeg."
Toch vindt Walthie dat niet overheden, maar bedrijven en burgers de motor achter het tegengaan van klimaatverandering moeten zijn. De overheden kunnen dat faciliteren door een slimme regie te voeren. Die regie wordt nu in Kopenhagen bepaald door vorm te geven aan doelstellingen, regels en beleid. De klimaattop in Kopenhagen heeft de tijdsgeest mee volgens Walthie: "Er is nu een gevoel van urgentie dat er vroeger niet was. Ik verwacht dan ook dat er nu wel degelijk veranderingen gaan plaats vinden."
De focus van Nederland om energietransitie mogelijk te maken moet na Kopenhagen volgens Walthie liggen op vier kernpunten:
- Windmolenparken op zee
- Productie van grondstoffen gebaseerd op afbreekbare materialen
- Productie van gas. Nederland heeft de infrastructuur om niet alleen gasproducent, maar ook gasdistributieland voor Europa te worden.
- Nederland als testland voor het smart grid (lokaal opgewekte en gedistribueerde duurzame energie) en de elektrische auto.
Nederland kan volgens de auteurs van de Consise guide through the climate maze niet langer achterblijven bij landen als Denemarken en Duitsland, als het de Kopenhagen-doelstellingen wil halen. Nederland moet dan ook niet wachten op Europa, maar haar nationale beleid zo actief mogelijk gaan inrichten en uitvoeren. Dus niet langer uitgaan van de vrijwillige inzet van bedrijven en personen, maar een meer verplichtend karakter aan het doorvoeren van maatregelen geven. Ook zou de overheid meer kunnen doen om veelbelovende, jonge, groene bedrijven te ondersteunen, bijvoorbeeld door het instellen van een publiek privaat ondernemingsfonds. Walthie: "Zo kunnen we niet alleen onze economie duurzamer maken, maar ook nieuwe economische kansen creëren."
Over de auteurs van Beknopte gids door de klimaatdoolhof:
Theo H. Walthie is voorzitter van het directoraat EnergieTransitie
Pier Vellinga is hoogleraar Milieuwetenschappen
Jacco Kroon is adviseur op gebied van milieubelied en zette onlangs de Groene Golf op.
Roebyem Anders is deskundig op het gebied van groen ondernemen.
Beknopte gids door de klimaatdoolhof wordt uitgegeven door Maurits Groen MGMC in Haarlem.
08 december 2009