Onderzoek van Kennis voor Klimaat naar de ontwikkeling van landbouw en natuur
Grond voor natuur of voor landbouw?
Nieuwe modellen helpen te voorspellen hoe landbouw en natuur zich gaan ontwikkelen. Deze kennis helpt bij het plannen van natuurnetwerken.
Dit artikel komt uit het boek 'Klimaat en Natuur en Landbouw' van Kennis voor Klimaat en is speciaal bewerkt voor ChangeMagazine.nl. Kennis voor Klimaat heeft eind 2014 haar poorten gesloten. In negen boeken is een dwarsdoorsnede van alle kennis en ervaring die in de afgelopen jaren zijn opgedaan, weergegeven. In het boek over het thema Rurale gebieden is het hele artikel te lezen. Daarin wordt dieper ingegaan op het verkrijgen van grond voor de Ecologische HoofdStructuur, en op modellen die naar de overlevingskans van dieren in een natuurnetwerk kijken. De boeken zijn digitaal te lezen op www.kennisvoorklimaat.nl/oogst
In het Baakse Beekgebied deed Kennis voor Klimaat onderzoek naar de verwachting wat een eigenaar met zijn land gaat doen. Dit kan leiden tot kansen voor natuurontwikkeling. Het model vor het gebied onderscheidt vier soorten boerenbedrijven: uitbreiders, krimpers, intensiveerders en stabielen. De krimpers zullen hun minst favoriete percelen te koop zetten. De uitbreiders kunnen de koop van deze percelen overwegen. Zo veranderen percelen van eigenaar en van gebruik. Klimaatverandering beïnvloedt deze transacties; verdroging of wateroverlast kan de waarde van een perceel veranderen.
Het model neemt ook economische ontwikkelingen mee. In het Baakse Beekgebied neemt het aantal bedrijven af door schaalvergroting; vee houden neemt toe, akkerbouw neemt af. Daarna komen natuurorganisaties in het model, zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Zij zullen met boeren concurreren over vrijkomende percelen. Al deze kennis helpt om plekken te vinden om nieuwe natuur te realiseren.
Van Ecologische hoofdstructuur naar Nationaal Natuur Netwerk
Om grond voor natuurnetwerken te verwerven, moeten de eigenaren actief benaderd worden. Ook veranderingen in beleid en politiek hebben daar invloed op. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is opgeheven; de Ecologische hoofdstructuur (EHS) is herzien. De EHS is kleiner geworden en heeft de naam Nationaal Natuur Netwerk (NNN) gekregen. Provincies hebben de taken van DLG overgenomen en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het NNN. Toenemende concurrentie vanuit de landbouw op de grondmarkt maakt het realiseren van de NNN lastiger. Natuurorganisaties zullen meer voor de grond moeten betalen.
Maar er liggen wel kansen op het gebied van agrarisch natuurbeheer door boeren. “Er zijn steeds meer grote melkveehouderijen, en dat zijn juist de bedrijven die bereid zijn aan agrarisch natuurbeheer te doen”, zegt Martha Bakker van de leerstoelgroep landgebruiksplanning van de Wageningen UR. De combinatie van modellen geeft een realistisch plaatje van het gebruik van het land, van de mogelijkheden om dit gebruik te veranderen en het effect daarvan op de kwaliteit van de natuur. “Het doel van het project is om kaarten te maken voor toekomstig landgebruik en ontwikkelingen in boerenbedrijven”, zegt Martha Bakker. “Met de kaarten kunnen provincies een netwerk plannen, dat rekening houdt met de ecologie, op de plekken waar het de meeste kans van slagen heeft.”
Copyright Kennis voor Klimaat. Dit artikel is niet vrij over te nemen. Foto's Anneke Hymmen