Hitte in de stad door warmtestraling
Onderzoek van Kennis voor Klimaat naar hitte in de stad
Warmtestraling heeft grote invloed op de temperatuur in de stad, zowel buiten als in gebouwen. Dat blijkt uit onderzoeken van de Technische Universiteiten in Delft en Eindhoven. Het onderzoek levert praktische tips op voor beleidsmakers en ontwerpers.
Dit artikel komt uit het boek ‘Klimaat en de stad’ van Kennis voor Klimaat en is speciaal bewerkt voor ChangeMagazine.nl. Kennis voor Klimaat heeft eind 2014 haar poorten gesloten. In negen boeken is een dwarsdoorsnede van alle kennis en ervaring die in de afgelopen jaren zijn opgedaan, weergegeven. In het boek over het thema Klimaatbestendige stad is het hele artikel te lezen. De boeken zijn digitaal te lezen op www.kennisvoorklimaat.nl/oogst
Om te kunnen bepalen welke adaptatiemaatregelen nodig zijn in de stad, is het goed om te weten hoe warm het eigenlijk zal worden – en waarom. De TU Delft heeft hiervoor een vernuftig rekenmodel ontworpen. Hieruit blijkt onder meer dat hoge gebouwen overdag weliswaar zorgen voor koelte, maar ’s nachts de warmte vasthouden. Dat komt door het gebrek aan luchtstroming en doordat langgolvige straling moeilijk kan ontsnappen, vooral als gebouwen dicht op elkaar staan. Langgolvige straling uitgezonden door de aarde zorgt ervoor dat de temperatuur aan de grond kan dalen. “Een adaptatiemaatregel heeft naast een positief, ook meestal een negatief effect”, zegt promovendus Patrick Schrijvers, van de TU Delft. “Zo blijken lichte gevels gunstig te zijn voor de binnentemperatuur van de betreffende gebouwen, maar door extra weerkaatsing van zonlicht stijgt de buitentemperatuur op een andere locatie juist. Het probleem verschuift naar een andere plek.” Het rekenmodel levert dan ook geen kant en klare oplossingen voor het hitteprobleem in de stad, zegt hij, maar leidt tot inzicht. “Als bekend is hoeveel graden de temperatuur op een bepaalde plek stijgt of daalt tijdens een warme dag, is het mogelijk om een goede afweging te maken.”
Zonwering onmisbaar
Postdoc bouwkunde Twan van Hooff van de Technische Universiteit Eindhoven ontwierp een simulatiemodel dat uitrekent wat de invloed is van onder meer zonnestraling op de binnentemperatuur van woningen. Het model berekent het effect van zonwering, isolatie, bouwstijl (hout, baksteen, enzovoort) en bouwjaar. “Als de zon fel schijnt, heeft dat een groot effect op de binnentemperatuur, en dit effect is het grootste voor nieuwbouwwoningen”, zegt Van Hooff. “Dat komt door de goede dak- en muurisolatie en het luchtdichte bouwen, waardoor de warmte moeilijk weg kan als die eenmaal binnen is.” Een eenvoudige oplossing voor nieuwbouwwoningen is zonwering, maar die blijkt opvallend vaak afwezig, constateert de onderzoeker. De onderzoeksresultaten zijn enthousiast ontvangen, onder meer in de gemeente Arnhem, waar Van Hooff een presentatie gaf voor een groep ambtenaren. “Ze realiseerden zich dat de nadruk de laatste jaren erg heeft gelegen op de isolatie van woningen uit energetisch oogpunt, maar dat de binnentemperatuur in een warme zomer een te kleine rol heeft gespeeld.”
02 juni 2015
Foto: Anneke Hymmen