Klimaatadaptatiebeleid onder de loep
Onderzoek van Kennis voor Klimaat naar adaptatiebeleid
In veel gemeenten staat adaptatiebeleid in de kinderschoenen en het effect van klimaatverandering is nog maar in geringe mate zichtbaar. Toch is het van belang om te weten of de gekozen aanpak soelaas biedt.
Dit artikel komt uit het boek ‘Instrumenten voor klimaatbeleid’ van Kennis voor Klimaat en is speciaal bewerkt voor ChangeMagazine.nl. Kennis voor Klimaat heeft eind 2014 haar poorten gesloten. In negen boeken is een dwarsdoorsnede van alle kennis en ervaring die in de afgelopen jaren zijn opgedaan, weergegeven. In het boek over het thema Beleidsondersteunende instrumenten is het hele artikel te lezen. De boeken zijn digitaal te lezen op www.kennisvoorklimaat.nl/oogst
In veel gemeenten staat adaptatiebeleid in de kinderschoenen en het effect van klimaatverandering is nog maar in geringe mate zichtbaar. Toch is het van belang om te weten of de gekozen aanpak soelaas biedt.
“Monitoren helpt om scherp te krijgen wat je wilt”, zegt Judith Klostermann van Wageningen UR. “Daarom moet al bij het opzetten van adaptatiebeleid nagedacht worden over de monitoring. Bovendien wordt dan snel duidelijk op welke factoren je invloed hebt en wat er dus voor een gemeente valt bij te sturen.”
Klostermann onderzocht met een aantal collega’s hoe men in het buitenland in de gaten houdt of adaptatiebeleid werkt. Onder meer op basis van de ervaringen in Engeland, Finland en Duitsland is een raamwerk ontwikkeld dat houvast biedt bij de monitoring van adaptatiebeleid. Zo is belangrijk om in het raamwerk vast te leggen wie wat doet en wie verantwoordelijk is. Het advies aan gemeenten is: breng in kaart over welke delen van de gemeente het adaptatiebeleid gaat, wat de huidige en toekomstige problemen zijn en welke maatregelen daarvoor zijn gepland of al zijn toegepast. Verder moet helder zijn wat de procedures en afspraken zijn bij de uitvoering van het adaptatiebeleid. Steeds is de centrale vraag: zijn we goed bezig?
Leren van de praktijk
Met een uitgebreide vragenlijst en diverse beschikbare databestanden is het effect van het beleid te meten. Daarmee is bijvoorbeeld te ontdekken of wateroverlast economische schade veroorzaakt en of die door het gevoerde beleid afneemt. Soms kan de monitoring van adaptatiebeleid aan andere onderzoeken worden gekoppeld, bijvoorbeeld monitoring van het duurzaamheidsbeleid. Klostermann constateert dat in Engeland monitoring van het beleid, meer dan in Nederland, onderdeel is van de bestuurlijke cultuur. “Aan de hand daarvan wordt het beleid steeds aangepast aan nieuwe inzichten.” Dat zou zij ook graag bij Nederlandse gemeenten zien: “Monitoring dient niet om elkaar op fouten af te rekenen, maar om te leren van de praktijk en beter grip te krijgen op de effectiviteit van het beleid.” Juist bij nieuw beleid, zoals stimulering van groene daken, is het belangrijk te onderzoeken of het werkt zoals het van tevoren was bedacht.
17 februari 2015
Foto: Anneke Hymmen