Gaat de opmars van duurzaam nogmaals records breken in 2016?
Het exacte antwoord volgt over 10 maanden. Maar kort terugblikkend en huidige ontwikkelingen in ogenschouw nemend, neig ik sterk naar een stevig ja. Terugkijkend was 2015 een recordjaar. Nog nooit zijn er in één jaar zoveel windmolens bijgekomen en voor zonne-energie waren zon en temperatuur op hun best. Willen we in 2016 deze lijn doortrekken, dan moet de politiek bewegen.
Door Baud Schoenmakers, hoofdredacteur Change Magazine
Eind 2015 is aan 2,4 miljoen huishoudens duurzame energie (3.379 megawatt) geleverd, dit is een extra capaciteit van 473.000 huishoudens. Een mooi resultaat. Alleen al om het Energieakkoord te halen, moet deze lijn worden voortgezet. In 2020 moet minstens 6.000 megawatt worden opgewekt door windmolens op land en in 2023 nog eens 4.450 megawatt door windmolens op zee. Door de toename van windenergie werd in november 2015 de helft van de doelstelling voor windenergie op land behaald, aldus de NWEA.
Zonprofessor Sinke
En zon? Volgens Milieu Centraal telde het afgelopen jaar weliswaar minder zonuren dan 2014, maar meer dan gemiddeld. En was 2015 beter door meer zoninstraling en een lagere zomerse temperatuur. Koele, zonnige zomers geven meer opbrengst dan hete zomers. Voor heel Nederland is de extra opbrengst vergelijkbaar met het stroomverbruik van ongeveer 20.000 huishoudens, uitgaande van 1 gigawatt (1000 megawatt) totaal vermogen van zonnepanelen in ons land.
Nog niet voldoende, maar laten we het van de optimistische kant bekijken: we zitten nu op ongeveer 5% van het totaal aan duurzame energie uit zon, en hebben nog vier jaar om te komen tot 14% zoals in het Energieakkoord staat. In dit verband haal ik graag de man aan die het écht allemaal goed weet, Prof. dr. Wim Sinke van ECN. Hij stelt dat we de grote mogelijkheden die we in Nederland hebben nog lang niet benutten. Er zijn veel meer vierkante meters beschikbaar dan we nu gebruiken. En zoals hij onlangs in NRC Handelsblad aangaf ‘komt het moment dat zonne-energie goedkoper wordt opgewekt dan fossiele energie snel dichterbij’. Hij stelt: “In de 35 jaar dat ik hiermee bezig ben, zijn de prijzen gedaald met een factor 50 en is het rendement met een factor twee toegenomen. De komende tijd kan de prijs nog met een factor drie omlaag en het rendement kan nog minstens twee keer hoger worden. Maar dat gaat allemaal heel geleidelijk, met bloed, zweet en tranen. Het is niet zo dat er plotseling iets komt dat het rendement van commerciële zonnepanelen volgend jaar ineens veel hoger maakt.” Bovendien moeten we ons niet blindstaren op wat we nu weten, kunnen en doen. We moeten kijken naar nieuwe mogelijkheden, zoals het combineren van panelen met zonnecollectoren. Panelen halen op termijn een rendement van 30 tot 40 procent, de collectoren kunnen de overige 60 tot 70 procent benutten om water te verwarmen.
Kijken we naar opbrengsten van zon op akkerland, is daar veel winst te behalen – niet alleen voor het aandeel duurzaam, ook voor de agrariër. Een studie van de Universiteit Wageningen (WUR) vergelijkt de opbrengst per hectare pootaardappelen met zonnestroom. Een hectare pootaardappelen levert de boer gemiddeld € 12.000, een hectare zonnestroom €22.500 – en dat is zonder subsidie. Afhankelijk van de fase waarin de agrariër zich bevindt en de SDE subsidie kan dit oplopen van €35.000 tot €70.000.
Sinke stelt dat de politiek aan zet is en dat dit onderwerp bovenaan de agenda moet “omdat het een gigantische economische kans is voor hightechlanden en kenniseconomieën als de onze, om een belangrijke rol te spelen in de verduurzaming van de energievoorziening. Wat niet alleen een kans is, maar ook noodzaak, want als je je economie op peil wilt houden moet je nieuwe sectoren ontwikkelen omdat oudere sectoren veranderen. Daar hangt onze welvaart vanaf, en ons welzijn.”
19 februari 2016
Foto bovenaan: MattWalker69