Gemeentes gaan voor wind

Windenergie is – letterlijk – een turbulente business. Om de energiedoelstellingen voor 2020 te halen, moet de productie van windenergie in Nederland verdriedubbelen ten opzichte van nu. Gemeenten zullen alle zeilen bij moeten zetten en ook vraagstukken over hun eigen rol en aanpak zien te beantwoorden. Om samen tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen, staken verschillende gemeenten de hoofden bij elkaar in community workshops van Agentschap NL.

Door Imke Hamacher

Windenergie is voor veel gemeenten nog onontgonnen terrein. Frits Raaphorst en Bram van Beek, beiden verantwoordelijk voor windprojecten in respectievelijk gemeente Breda en Amsterdam, stapten met deze kwestie naar Agentschap NL. Dit leidde tot een serie workshops waarin gemeenten met elkaar en deskundigen om tafel gingen om te sparren. Raaphorst: “We bekeken businesscases, het juridische verhaal, aanbestedingen en participatie. De kennisdeling heeft heel erg bijgedragen aan de plannen die uiteindelijk op tafel liggen.”

Rol van de gemeente

“Er zijn verschillende aanpakken mogelijk,” vertelt Van Beek. “De ene gemeente wil totale regie over een windproject hebben, terwijl de ander liever zoveel mogelijk bij de markt neerlegt. De bijeenkomsten gaven een mooi beeld van alle mogelijkheden. Breda en Amsterdam nemen allebei een regisserende rol, maar nog steeds ontstaan er veel verschillen. Door met elkaar in discussie te gaan houd je elkaar scherp, dat vind ik heel waardevol.”

“In Breda zijn we vrij ver gegaan door het voorbereidingstraject voor een klein windpark met drie windturbines op ons te nemen,” vertelt Raaphorst. “Het bestemmingsplan, de vergunningen en subsidieaanvraag zijn door de gemeente geregeld, maar we zoeken een marktpartij voor de exploitatie. Het initiële idee om ook bedrijfsmatig te participeren, is getemperd door de ervaringen en doorrekeningen in de workshops. Eigenlijk hebben we alle beren op de weg al omzeild, maar toch ziet de gemeente het niet als haar rol om zelf een windenergiebedrijf op te richten.”

Van Beek: “Dat inzicht in de businesscase is heel waardevol. Door de workshops kunnen we beter inschatten waar ruimte zit en wat je van een exploitant kunt vragen. Voorheen was dat toch een zwarte doos voor gemeenten.” Raaphorst: “Het heeft ook een handleiding en rekentool opgeleverd, die we in Breda nu voortaan gebruiken bij windprojecten.”

Betrokken burgers

Zowel Breda als Amsterdam zet in op burgerinitiatieven en -coöperaties. “In een dichtbebouwd gebied als Amsterdam is dat de enige manier om het not-in-my-backyard-principe te tackelen,” vertelt Van Beek. “Mensen accepteren windmolens eerder in hun omgeving als het ook hún windmolens zijn, omdat ze erin hebben geïnvesteerd. Het mooie is dat er ondanks de crisis nog veel geld in de maatschappij zit.”

Voor langlopende windprojecten kunnen wisselingen in politiek en bestuur een bottleneck zijn. “Door bijvoorbeeld nieuwe verkiezingen kunnen projecten weer een tijdlang stilliggen,” vertelt Raaphorst. “Een structurele aanpak is essentieel. Het is goed om ook de realisatiefase van een project mee te maken, zodat je de ervaring en kennis die je hebt opgedaan ook kunt toetsen aan de werkelijkheid.”

Haal meer uit windenergie

Houdt u zich bij de gemeente bezig met projecten op het gebied van windenergie? Agentschap NL, uitvoeringsorgaan van het ministerie Economische Zaken, helpt u op weg met vraagstukken en brengt u in contact met andere gemeenten. Kijk op www.agentschapnl.nl/duurzameenergie en www.windenergie.nl of neem contact op met het Duurzame Energie Centrum (DEC).

04 september 2013

© tekst Imke Hamacher alle rechten voorbehouden. Dit artikel is niet vrij te gebruiken.

Foto: Marijn van Braak