Ecuador wil olie laten zitten, maar vraagt wel compensatie

Het plan is even simpel als revolutionair: de olie die in de grond zit gewoon in de grond laten zitten. Het lijkt een kansloze idealistische frats, maar Ecuador heeft het als een serieus overheidsproject op papier gezet en zal het als zodanig ook inbrengen op de Klimaatconferentie in Kopenhagen.

Het enige struikelblok tot nu is, zoals meestal, het geld. Het Zuid-Amerikaanse land is bereid af te zien van miljarden aan olie-inkomsten, maar vraagt de internationale gemeenschap de helft van die inkomstenderving voor zijn rekening te nemen.

Yasuní-ITT is de geheimzinnige naam van het project. Yasuní is het grootste natuurpark in het Ecuadoriaanse deel van het Amazone-regenwoud. ITT staat voor Ishpingo-Tambococha-Tiputini, drie olieputten die enkele jaren geleden in dit park zijn aangeboord. Volgens de specialisten zijn ze goed voor zo'n 850 miljoen vaten, die bij een prijs van rond de 70 dollar per vat de staat 5 tot 6 miljard dollar zullen opleveren.

De oliewinning heeft de afgelopen veertig jaar tot een enorme ecologische ramp in het Amazone-deel van Ecuador geleid: ontbossing, grootschalige vervuiling van bodem en water en zelfs de verdwijning van twee complete indianenvolken.

Indianen in natuurpark Yasuni.

Bij internationale gerechtshoven loopt een miljoenenclaim van Ecuador tegen de multinational Texaco die de hoofdverantwoordelijke voor de ramp is. President Correa wil dit scenario niet nog eens herhalen en meent dat voorkomen beter is dan genezen. Maar hij gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid en vraagt de rijke landen deze milieuactie te steunen met een forse bijdrage om het verlies te compenseren. Daarmee moet een fonds van rond de 3 miljard dollar worden gevormd, beheerd door de UNDP, en waaruit alleen specifieke overheidsprogramma´s op het gebied van milieu, onderwijs en geozndheidszorg mogen worden gefinancierd.

Het initiatief is positief ontvangen op de Ibero-Amerikaanse top vorige week in Lissabon, Die sprak in een speciale verklaring van 'een effectieve vrijwillige bijdrage aan het bestrijden van de klimaatverandering' en 'een goed inititiatief voor het conserveren van een van de plekken met de meeste biodiversiteit op aarde'. Duitsland heeft al laten weten bereid te zijn dertien jaar lang 50 miljoen euro per jaar bij te dragen, en Correa verklaarde na een bezoek aan Belgie dat ook de Belgische regering financiele toezeggingen heeft gedaan voor het project.