Global Energy Assessment
In 2050 75% van de wereldbevolking voorzien van hernieuwbare energie. Het kan. Dat zegt het Global Energy Assessment (GEA). Een soort IPCC-rapport. Niet over het klimaat, maar over energie en alles wat daarmee samenhangt. Nodig, want energiebesparing en mogelijke
-transformatie zijn de belangrijkste factoren van menselijke invloed op klimaatverandering.
Door Maartje Smeets
De Global Energy Assessment, een indrukwekkend 1864 pagina's tellend boekwerk, is opvallend positief over de mogelijkheden voor verandering. "Deze 'deurstopper', in de VN ook wel gepresenteerd als 'energiebijbel', gaat in op alle mogelijke energie-kwesties," zegt GEA-director Nebojsa Nakicenovic. "300 wetenschappers hebben kennis en krachten zes jaar lang gebundeld in dit onderzoek. En het is mogelijk om een energietransitie te realiseren. Mits de juiste voorwaarden worden gecreëerd met de juiste stimulans en instrumenten. We moeten nu aan de slag!"
De transformatie moet volgens de wetenschappers op korte termijn beginnen en vergt meer dan het traditionele beleidsinstrumentarium. In bijna alle landen, Nederland incluis, is het energiebeleid niet op een dergelijke transformatie afgestemd. Nakicenovic: "Een energietransformatie is eigenlijk een transformatie van human behaviour. Het is een proces waarin de inzet van alle betrokkenen nodig is: overheden, marktpartijen, ngo's, wetenschap en consumenten."
Honderden experts uit de hele wereld, waaronder zo'n twintig uit Nederland, hebben meegewerkt aan de Global Energy Assessment (GEA). De Nederlandse bijdragen kwamen onder anderen van ECN, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Universiteit Utrecht. Niet eerder werd zoveel kennis rond het wereldwijde energie-systeem (variërend van economie, milieu, technologie tot scenario's, gedrag en beleid) gecombineerd.
De GEA laat zien dat een energietransitie technisch haalbaar is, maar dat ze wel een complex samenspel van het volledige energiespeelveld vergt. Daarbij moeten ook innovatiesystemen en duurzame levensstijlen expliciet op de beleidsagenda staan. Het is niet voldoende om bijvoorbeeld fossiele energie te beprijzen of een doelstelling voor duurzame energie af te spreken. Wim Turkenburg werkte mee aan het GEA als een van de leden van het executive committee: "Wat mij eigenlijk blij verraste, is dat er behoorlijk wat speelruimte is om de doelen [zie verderop in dit artikel] te halen. Er zijn 41 mogelijke scenario's geïdentificeerd om de doelen te halen. Er zijn dus vele wegen die bewandeld kunnen worden." De wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie zijn in vergelijking met het jaar 2010 17% gestegen. 100% hernieuwbare energievoorziening in 2050 is echter nog niet haalbaar. Afrika komt heel ver en kan in 2050 bijna helemaal voorzien worden van hernieuwbare energie. China zal waarschijnlijk op ongeveer 50% blijven steken.
Uitdagingen
De mondiale energiehuishouding staat voor een aantal cruciale duurzaamheids-opgaven. De GEA identificeert er zes:
1. de energievoorziening betaalbaar maken voor de 9 miljard mensen op de wereld in 2050 en als zodanig bijdragen aan economische ontwikkeling;
2. toegang bieden tot elektriciteit en moderne kookenergie voor de respectievelijk 1,4 en 3 miljard mensen die dat nu ontberen;
3. luchtvervuiling verminderen, zowel binnenshuis als in de directe leefomgeving;
4. beperken van klimaatverandering door menselijk handelen;
5. energievoorzieningszekerheid bewerkstelligen door spreiding van energiebronnen en vermindering van import;
6. andere nadelige effecten van energiesystemen beperken.
Uit de analyse blijkt dat het mogelijk is al deze doelen te verwezenlijken, mits overheden, burgers, bedrijven en maatschappelijke, wetenschappelijke en internationale organisaties gezamenlijk optrekken. Er zal dan volgens de GEA veel meer aandacht voor energiebesparing moeten komen, een snelle groei in investeringen in CO2-arme energiebronnen (zoals hernieuwbare energie, nucleair en koolstofafvang) en wereldwijde investeringen in toegang tot energie. Dit laatste heeft onder meer baten in de vorm van betere gezondheid, afname van lokale milieudruk en een bijdrage aan economische ontwikkeling.
Nakicenovic: "Als overheden en maatschappelijk veld de handen ineen slaan, ligt de transitie binnen handbereik. Het is een kwestie van gezamenlijk de beslissing nemen en ervoor gaan. Het denken over de prijs van energie moet daarvoor veranderen. Niet het verkopen van energie moet centraal staan in het businessmodel, maar de dienst die met die energie bereikt wordt; zoals vliegen, rijden, of een gebouw warm stoken. In ieder geval ben ik nu optimistischer over de mogelijkheden dan voor we aan dit onderzoek begonnen. Maar er is weinig tijd. Tijd is het kostbaarste goed in dit verhaal."
Meer informatie en pdf's van de samenvatting en het complete onderzoek zijn te vinden op www.globalenergyassessment.org
Nebojsa Nakicenovic is GEA-director, Deputy Director bij het International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA) en professor of Energy Economics aan de Vienna University of Technology in Oostenrijk.
Wim C. Turkenburg is lid van het executive committee van het GEA, en Scientific Director bij het Copernicus Institute for Sustainable Development and Innovation, aan de Universiteit Utrecht.
03 oktober 2012