Laos sleutelt aan golf van groene stroom

'Laos, de batterij van de regio', zo noemt de regering het land met zijn bergen, rivieren, dammen en waterkracht-centrales. Maar de meeste opgewekte elektriciteit gaat naar het buitenland. Laotianen in afgelegen bergdorpen redden zich met zelfgebouwde miniwaterkrachtcentrales. Experts zijn vol bewondering voor de inventiviteit en sleutelen mee aan de veiligheid en een hogere opbrengst.

Een van die experts is Thongsanti Vongsaly van het Lao Institute for Renewable Energy (LIRE): "Kleine waterkrachtcentrales - we noemen ze pico's - zijn de oplos- sing voor arme mensen op afgelegen plekken. We schatten dat er in Laos nu zo'n 60.000 pico's zijn, die stroom leveren aan 90.000 huishoudens. Dat maakt ze tot de belangrijkste bron van schone energie." LIRE is een niet-commerciële organisatie die onderzoekt hoe je ook voor arme mensen hernieuwbare energie betaalbaar houdt. Zo werkt het instituut aan biogas, waterzuivering door zonne-energie en elektriciteit uit waterkracht. Bij dat laatste is ook het Nederlandse ETC Energy betrokken.

Dankzij de overvloed aan stroompjes en rivieren kunnen bergbewoners vrij eenvoudig zelf elektriciteit opwekken, zolang er maar verval is. Je steekt een rotor in stromend water, plaatst er een turbine aan met een generator, verbindt die met een snoer naar je woning en je hebt geluid, beeld en licht. Het klinkt simpel, maar er kan veel fout gaan. Vongsaly en zijn collega-specialisten zijn voortdurend op pad in de armste gebieden van Laos om te leren van de 'uitvindingen' van bewoners.

 

Foto: LIRE

Vongsaly: "Zelfs bij weinig verval lukt het om stroom op te wekken, bijvoorbeeld door de turbine verlengen met een stang en propeller van een buitenboordmotor. Soms zie je een bamboevlot met meerdere turbines, afgedekt met plastic zakjes tegen de regen." Op hun beurt leren de experts weer aan de bewoners hoe ze hun installaties kunnen verbeteren. Vongsaly: "Het gaat om hele basale dingen: veiligheid, efficiëntie en kwaliteit. Mensen en dieren lopen elektrische schokken op door ongeïsoleerde snoeren. Soms is er kilometers snoer nodig tussen de turbine en een woonhuis, en ongeïsoleerd snoer is nou eenmaal goedkoper."

Het lastigste onderdeel van de pico is de elek- tronische spanningsregelaar. Vongsaly: "Grote fluctuaties in hoeveelheden water kunnen schade toebrengen aan de turbine. En door ongelijke toevoer van elektriciteit gaan computers, radio's en cd- spelers gauw kapot. Om die ongelijke toevoer te stabiliseren heb je elektronische spanningsregelaars nodig, maar die zijn in Laos niet te krijgen. We testen er nu een in ons laboratorium om te kijken of die lokaal goedkoop te maken is."
     

Foto: LIRE  

Het team van LIRE is niet zozeer uit op technologische hoogstandjes, maar op de introductie van kwalitatief goed materiaal dat geschikt is voor lokale omstandigheden. Ze praten met de gebruikers, met winkeliers en onderhoudstechnici, ontwerpen handleidingen en zoeken naar commerciële modellen. LIRE is voortgekomen uit Sunlabob. Dat 'moederbedrijf' heeft de technische kant afgezonderd om zich volledig op de commerciële kant van hernieuwbare energie te kunnen richten. Met een uitgekiende strategie heeft Sunlabob in tien jaar tijd zo'n 450 dorpen voorzien van duizenden kleine elektriciteitssystemen. Het model vindt nu ook zijn toepassing in Tanzania, Uganda, Cambodja en Afghanistan, met leningen van onder meer de Nederlandse banken FMO (Financieringsmaatschappij Ontwikkelingslanden) en Triodos.

Karolien Bais is freelance journalist met standplaats Thailand

8 mei 2012

Bovenste foto: Gisela Royo