Conclusies rapport IPCC blijven overeind
De belangrijkste conclusies uit het klimaatrapport van het IPCC uit 2007 blijven overeind staan. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft geen fouten gevonden in de hoofdconclusies van de samenvatting over de mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Wel is de onderbouwing van de conclusies in sommige gevallen onvoldoende helder. Het PBL adviseert om het volgende IPCC-rapport aan te vullen met een rapportage over het volledige spectrum van gevolgen en een analyse van worst case scenario's.
Het PBL onderzocht het rapport van het IPCC op verzoek van voormalig minister Cramer van VROM, nadat er fouten in het rapport werden gevonden. Het onderzoek is gisteren gepubliceerd in het rapport "Evaluatie van een IPCC-klimaatrapport: analyse van conclusies over de mogelijke regionale gevolgen van klimaatverandering." De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zag toe op de kwaliteit van het onderzoek van het PBL.
De onderzoekers hebben onderscheid gemaakt tussen concrete fouten in het IPCC-klimaatrapport en kritiekpunten op de kwaliteit van de onderbouwing van hoofdconclusies. Deze kritiekpunten tasten de de hoofdconclusies niet aan. Om onduidelijkheden en onzorgvuldigheden zo veel mogelijk te voorkomen, moet het IPCC meer gaan investeren in de kwaliteitscontrole, door meer mensen bij de totstandkoming te betrekken en geïnteresseerden al voor publicatie de gelegenheid bieden mogelijke fouten te melden. Het onderzoek van het PBL constateert verder dat fouten in het rapport van duizenden pagina's onvermijdelijk lijken.
In een stuk op The Guardian laat Martin Parry (Britse klimaatwetenschapper) weten wat hij van het PBL-onderzoek vindt. "[They found] a very small number of near-trivial errors in about 500 pages [and] probably 100,000 statements. I would say that's pretty good going."
Eerder bekende fouten gingen over het smelten van de Himalaya-gletsjers (2035 had 2350 moeten zijn) en het percentage van Nederland onder zeeniveau. Dat laatste bleek een interpretatiefout te zijn van door het PBL aangeleverde informatie. In het IPCC-rapport stond dat 55% van Nederland onder zeeniveau ligt, terwijl het 'gevoelig voor overstromingen' moest zijn. 26% van Nederland ligt daadwerkelijk onder zeeniveau. Met het onderzoek heeft het PBL een andere, kleine inhoudelijke fout gevonden. Deze fout betrof een onnauwkeurigheid: de schatting van het aantal mensen in Afrika dat in 2020 risico loopt op watertekort door klimaatverandering blijkt niet 75 tot 250 miljoen te zijn, maar 90 tot 220 miljoen mensen. Deze correctie valt binnen de onzekerheidsmarges en doet wederom niets af aan de hoofdconclusies van het IPCC-rapport, zo stelt het PBL-onderzoek.
Het rapport van het PBL werd aan demissionair minister Huizinga van VROM aangeboden. Zij noemde de aanbevelingen waardevol, en stelt het onderzoek beschikbaar aan Rajendra Pachauri, voorzitter van het IPCC. Huizinga: "De dreigende opwarming van de aarde is helaas geen loos alarm. De aannames die ten grondslag liggen aan het Nationaal Waterplan en het Deltaprogramma staan niet ter discussie. Willen we de gevolgen van klimaatverandering in de hand houden, willen we Nederland veilig houden ook voor de komende decennia, dan zullen we nu actie moeten ondernemen en nu moeten investeren."
06 juli 2010
De artikelen van Change Magazine worden door onze eigen redactie vervaardigd. Ze zijn vrij te gebruiken, gaarne met bronvermelding. U kunt zich ook gratis abonneren op Change Magazine. Het volgende nummer ontvangt u zonder kosten in de brievenbus.