Geen harde doelen in tekst Rio+20
"Daden bij de woorden voegen", sprak de secretaris-generaal van de VN nog. Maar de slotverklaring van Rio+20 geeft geen duidelijke agenda, geen nieuwe mechanismen voor financiering en geen beslissing over afschaffen van subsidie over fossiele brandstoffen. De economische crisis lijkt belangrijker dan efficiënt milieubeleid.
Door Cees Zoon
Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, verhulde niet dat hij graag een wat ambitieuzer slotverklaring van de klimaattop Rio+20 had gezien. Hij sloot zich daarmee aan bij de meeste waarnemers die menen dat op de top in Rio de Janeiro, waar duurzame ontwikkeling centraal stond, weinig vooruitgang is geboekt vergeleken bij vorige gelegenheden.
"De tijd is voorbij dat regeringen alleen maar naar internationale conferenties komen als vertegenwoordigers van hun landen", zei Ban Ki-moon bij de opening. "Mijn boodschap is duidelijk: duurzame ontwikkeling is een idee waarvan de tijd nu gekomen is. Er moeten daden bij de woorden worden gevoegd. Ons meest schaarse goed is de tijd."
Maar de meer dan 120 staatshoofden en regeringsleiders die naar Rio waren gekomen, wisten weinig toe te voegen aan een voorgekookte zwakke slotverklaring, een verklaring van minima. Zoals het besluit voor het opzetten van een agenda voor Duurzame Ontwikkelingsdoelen vanaf 2014, wanneer de termijn van de huidige Millenniumdoelen afloopt. Maar 'het opzetten van een agenda' zijn nu precies de woorden die daden ontberen.
De leiders zijn niet bij machte geweest vastberaden antwoorden te geven op de problemen. Er zijn geen nieuwe mechanismen voor de financiering van een beleid van duurzame ontwikkeling gepresenteerd, geen akkoord over het opzetten van een nieuw groot milieu-agentschap van de VN, geen nieuwe initiatieven voor een betere bescherming van de oceanen en geen beslissing over het afschaffen van de subsidies op fossiele brandstoffen, die in veel landen worden gehanteerd.
Europa verweet organisator Brazilie ervan de weg van de minste weerstand te hebben gezocht onder de noemer 'een zwak akkoord is beter dan geen akkoord'. Maar het is duidelijk dat zowel Europa als de Verenigde Staten op dit moment meer energie steekt in het overwinnen van de financieel-economische crisis dan aan het ontwikkelen van efficiënter milieubeleid.
Aan de zijlijn van de conferentie vonden wel enkele hoopgevende gebeurtenissen plaats. De belangrijkste was wellicht de presentatie van een gigantisch pakket aan leningen en subsidies voor het steunen van vormen van duurzaam transport in ontwikkelingslanden. Acht multilaterale banken trekken daar 175 miljard dollar voor uit: de Aziatische Ontwikkelingsbank, de Wereldbank, de Stimuleringsconfederatie van de Andes, de Interamerikaanse Ontwikkelingsbank, de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling, de Europese Investeringsbank en de bank voor Afrikaanse en Islamitische ontwikkeling. Een opvallend staaltje globale samenwerking van de grote instituties.
Cees Zoon is journalist en schrijver met als standplaats Latijns-Amerika
26 juni 2012