Klimaatzaak Urgenda: wordt vervolgd
De Nederlandse Staat gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter om minimaal te voldoen aan 25% CO2-reductie in 2020. Dit percentage is zoals vastgelegd in het Kyoto-protcol. Het hoger beroep zorgt er niet voor dat de Staat kan afwachten. Welke maatregelen zijn mogelijk op zo’n korte termijn en hoe bijzonder is de uitspraak?
Door de redactie
Om de CO2-reductie te halen, zijn meer maatregelen dan nu nodig. Met het Energieakkoord en huidig beleid streeft het kabinet naar 17% reductie. Er zijn meer en grotere maatregelen nodig, maar het is niet onmogelijk. Met een quick scan berekenden het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) huidige maatregelen door. Voor de 7% extra reductie moeten aanvullende maatregelen komen. Dat is technisch mogelijk, schrijven de instituten. Zo zijn er maatregelen denkbaar voor emissiebeperking bij kolencentrales, aanpassen van de maximumsnelheid van transport en invoeren van een kilometerheffing, energiebesparing in de industrie, methaanreductie in de landbouw en verduurzamen van woningen en bedrijven. Daarbij tekenen PBL en ECN aan dat dit geen rekening houdt met belemmeringen en dat het in een razendsnel tempo moet gebeuren. Dat maakt het noodzakelijk niet te wachten met de maatregelen, zo schrijf het rapport. Vertraging in de besluitvorming, bijvoorbeeld door afwachten van nader onderzoek, maakt het doel direct niet meer haalbaar.
Tijdens het debat in de Tweede Kamer over de uitspraak eind september liet minister van Economische Zaken Henk Kamp weten dat het kabinet niet direct maatregelen zal treffen. "Om verantwoorde keuzes te maken, ben je verplicht goed onderzoek te doen.” Het kabinet gaat nu aan de slag met een interdepartementaal onderzoek om te kijken of het vonnis uitgevoerd kan worden. Dat kan in het najaar van 2016 tot nieuwe maatregelen leiden.
Ondertussen roept een nationale en internationale groep van onder meer wetenschappers en advocaten het kabinet op om het hoger beroep in te trekken. James Hansen, Amerikaans klimaatwetenschapper aan de Columbia University, neemt het voortouw. In een open brief stelt de groep dat de overheid moet aanvaarden dat zij een juridische verantwoordelijkheid draagt om de mensheid te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. "Voor het oplossen van de klimaatcrisis is het noodzakelijk dat overheden erkennen dat zowel de wetenschap als het recht van hen eist dat zij handelen."
Verschil democratisch proces en tempo klimaatverandering
VPRO volgde de klimaatzaak op de voet. “Het inmiddels historische Urgenda-vonnis kreeg wereldwijd aandacht en navolging. (…) VPRO Tegenlicht volgde het proces van dichtbij en laat zien dat één man wel degelijk het verschil kan maken.” De uitzending van Tegenlicht Klimaatzaak is via internet terug te kijken. Het idee om een milieutransitie via de rechter af te dwingen, heeft zich via snel tempo verspreid, laat de uitzending zien. Tegenlicht sprak met Michael Gerrard, hoogleraar milieurecht aan de Columbia University. In Amerika, waar 4 zaken tegen de overheid en bedrijven zijn aangespannen om hun emissie te verminderen, concludeerde het Hooggerechtshof dat rechter niet mogen bepalen welke uitstoot geoorloofd is. Dat is volgens het Amerikaanse hof de taak van de democratie, maar daarin spelen vele belangen mee, onder meer van de fossiele-brandstofindustrie. De kosten voor uitstootvermindering zijn nu, maar de baten er zijn pas over 30 tot 40 jaar, hoewel de vermindering op die termijn een enorm verschil kan uitmaken. Gerrard: “Er is dus een discrepantie tussen het democratische proces en het tempo en de omvang waarin klimaatverandering plaats vindt.”
Bronnen
Kamerbrief over vonnis Urgenda/Staat d.d. 24 juni jl.
De klimaatzaak. VPRO
Open brief Avaaz
Quick scan mogelijke aanvullende maatregelen emissiereductie 2020 ten behoeve van Urgenda klimaatzaak. PBL en ECN
Kabinet wil geen overhaaste besluiten bij uitvoering Urgenda-vonnis. NU.nl
Foto: Windpark Westereems, EssentNieuws
25 september 2015