Landen streven ondanks Kopenhagen klimaatdoelen na
Ondanks een teleurstellend resultaat tijdens de klimaattop in Kopenhagen, blijken landen wel degelijk stappen te zetten om klimaatdoelen te halen. Tot harde internationale afspraken kwam het niet, maar afzonderlijke landen nemen toch hun verantwoordelijkheid, blijkt uit de Climate Competitiveness Index 2010, een uitgebreide studie over economische groei op basis van duurzame producten en diensten.
In totaal werden gegevens van 95 landen geanalyseerd. Deze 95 landen zijn samen verantwoordelijk voor 97 procent van de wereldwijde economische activiteiten en 96 procent van de mondiale CO2-uitstoot. Hoewel er een kloof tussen prestaties en verantwoordelijkheid is, concludeerde het rapport dat ongeveer de helft van de landen sinds de klimaattop vooruitgang in de klimaatverantwoordelijkheid heeft geboekt. Ongeveer een derde van de landen heeft sterke vooruitgang geboekt, Duitsland, China en Zuid-Korea als goede voorbeelden (zie kader onderaan dit artikel voor voorbeelden).
Het onderzoek is uitgevoerd door AccountAbility in samenwerking met het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP). In het onderzoek zijn twee datasets gecombineerd. De eerste dataset, over klimaatverantwoordelijkheid, gaat over de klimaatstrategie van een land. De tweede dataset, over klimaatprestaties, gaat over de mogelijkheden en uitwerking van de strategie. Het onderzoek laat een vergelijking zien tussen de prestaties en de ambities uit de strategie.
Het rapport voorspelt dat de mondiale markt voor duurzame producten en diensten in 2010 de grens van 2 biljoen dollar zal doorbreken. Maar om deze markt veilig te stellen, hebben landen ambitieuze klimaatstrategieën nodig, om een markt op te bouwen en investeerders te trekken.
"Dit rapport komt als een frisse wind", zegt Alex MacGillivray, Managing Director bij AccountAbility, een onafhankelijk, non-profit instituut. "De index laat zien dat landen, ongeacht hun niveau van ontwikkeling, leiderschap kunnen ontwikkelen om hun positie in de groene economie te versterken. Klimaatconcurrentie is een dynamische beweging naar groene economische groei. Deze recente analyse laat zien dat landen kansen voor groene groei pakken en belangrijke stappen zetten om de klimaatcrisis aan te pakken."
Er is geen specifieke manier voor klimaatconcurrentie, zo laat het rapport zien. Onderscheiding tussen klimaatstrategieën komt doordat landen hun strategie baseren op nationale prioriteiten en mogelijkheden. Bolivia, Ghana, Vietnam en Bangladesh tonen een sterke burgerparticipatie in combinatie met een beperkte zakelijke afspraak. Overheden van opkomende economieën als Brazilië en de Filipijnen beschikken over sterk leiderschap. In de Scandinavische landen en Singapore is dat leiderschap het duidelijkst in het bedrijfsleven.
Goede voorbeelden
Groot-Brittannië introduceerde de "Groen Huis"-strategie om CO2-uitstoot door huishoudens te verminderen met 29% in 2010. Het kan 65.000 banen in de groene economie creeëren.
Duitsland heeft ambitieuze investeringen in groene technologie gedaan, waaronder support voor het MKB. Dit leidde tot 250.000 banen in de duurzame-energiesector. De overheid streeft naar 400.000 extra banen.
Algerije heeft actief de zonne-energiemarkt betreden. Het doel is om in 2015 6% van de totale energiebehoefte uit schone energiebornnen te halen.
04 mei 2010