Opinie: Een duurzame wereld heeft wetenschapsactivisten nodig

De boodschap van wetenschappelijk onderzoek dringt niet altijd buiten de academische muren door. Tijd dat wetenschappers wetenschapsactivist worden, betoogt prof. dr. Pim Martens, hoogleraar Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Maastricht.
   

Bijna elke wetenschapper kent het fenomeen: je bent een groot deel van je leven bezig met onderzoek naar een specifiek onderwerp, maar buiten de academische muren dringt je boodschap niet door. Dat geldt voor de meer fundamentele wetenschappen, maar ook voor onderzoek naar complexe vraagstukken zoals duurzame ontwikkeling, klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit.

Natuurlijk, veel wetenschappers hebben het aan zichzelf te wijten. Ze zijn zo geobsedeerd door hun eigen wetenschappelijke vierkante centimeter dat ze onvoldoende aandacht hebben voor het naar buiten brengen van hun onderzoeksresultaten. Opgejaagd door een pervers publicatie-systeem dat alleen waarde toekent aan artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, laten zij de buitenwereld achter met verhandelingen die bestemd zijn voor vakgenoten. Niet erg zinvol in een publiek debat.

Maar toch. Is het niet grappig dat een samenleving die veel geld uitgeeft aan universiteiten en onderzoekscentra, die het onderwijs en onderzoek dat daar plaatsvindt hooglijk waardeert, tegelijkertijd de resultaten van dat onderzoek als dat beter uitkomt negeert? Of afdoet als 'niet echt bruikbaar' of 'een beetje vaag'?

De wetenschap heeft daarop gereageerd met de introductie van nieuwe onderzoeksgebieden zoals duurzaamheidswetenschappen, gericht op samenwerkingsverbanden met belanghebbenden van buiten de academische wereld - het bedrijfsleven, de overheid, maatschappelijke organisaties. Het idee daarachter is dat we allemaal moeten samenwerken om duurzame ontwikkeling mogelijk te maken.

Dat is een stap in de goede richting. Maar zoals het goede wetenschappers betaamt, is ook de duurzaamheidswetenschap weer snel geformaliseerd en vliegen begrippen als post-normaal, mode-2 en triple helix vrolijk door de ruimte. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is dit prima. Maar hoe zit het met de verwezenlijking van een duurzame wereld? Hebben wetenschappers niet de plicht daar meer verantwoordelijkheid voor te nemen? Speciaal in een tijd waarin veel signalen in natuur en samenleving op rood staan? Moeten wij wetenschappers vooral debatteren over de regels waarbinnen duurzaamheidswetenschap uitgeoefend moet worden?

Het is hoog tijd dat meer wetenschappers wetenschapsactivist worden. Een wetenschapsactivist is iemand die systematisch kennis vergaart - het wetenschappelijke deel - om maatschappelijke veranderingen te bevorderen of tegen te gaan - het activistische deel. Wetenschapsactivisme kan veel vormen aannemen - van het schrijven van brieven naar kranten en politici tot het deelnemen aan demonstraties en het oproepen tot economische boycots. Een wetenschapsactivist is niet bang zich met legitieme middelen te verzetten tegen politieke besluitvorming als de wetenschap aantoont dat het nodig is.

Aan de andere kant moeten wetenschapsactivisten zich ervan bewust zijn dat activisme het gevaar vergroot dat hun wetenschappelijk onderzoek misbruikt wordt in het debat. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een onderzoeker onvrijwillig gebombardeerd wordt tot 'wetenschappelijke bron' van een stelling die voortvloeit uit een interpretatie van zijn onderzoek waar hij het zelf helemaal niet mee eens is.

Wetenschapsactivisme is dan ook geen beroep, zoals de wetenschap dat wel kan zijn. Wetenschapsactivisme is een houding, een houding waaraan dringend behoefte is als we vooruitgang willen boeken op weg naar een duurzame samenleving. En in dit tijdperk van sociale media met hun letterlijk grenzeloze mogelijkheden, is er geen goede reden om niet mee te doen.

Prof. dr. Pim Martens is onder andere hoogleraar Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Maastricht en directeur van het International Centre for Integrated assessment and Sustainable development.

29 oktober 2012