Martens: "Wetenschap heeft niet alle antwoorden"
Klimaatkennis gaat over meer dan natuurkundige fenomenen. De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek zet zich in voor meer onderzoek naar sociale aspecten van klimaatverandering en lanceerde daarom het programma Vulnerability, Adaptation and Mitigation (VAM). In het boek The Social and Behavioral Aspects of Climate Change: Linking Vulnerability, Adaptation, and Mitigation worden de resultaten onder redactie van Pim Martens en Chiung Chang gepresenteerd. In een gesprek met Change Magazine gaat Martens in op doel en inhoud van het onderzoek.
Door Maartje Smeets
"Ik duld geen fouten meer", stelde oud-minister Cramer in reactie op de in het IPCC- rapport gevonden feitelijke onjuistheden. Onbegrijpelijk vindt prof. Dr. Pim Martens dat. Martens bekleedt de leerstoel Duurzame Ontwikkeling en is directeur van het ICIS, het Internationaal Centrum voor Duurzaamheids Studies van de Universiteit Maastricht. Martens: "Wetenschap kan niet onfeilbaar zijn. En zeker klimaatwetenschap kent veel onzekerheden. Wat voor effecten hebben veranderingen in het klimaat op sociale systemen, gezondheid, gedrag? De vraagstukken waar we voor staan zijn zo complex dat er geen eenduidige oplossingen zijn waarbij fouten kunnen worden uitgesloten."
"Een wereldwijde oplossing voor de opwarming van de aarde, als daar al consensus over bereikt wordt, zal alleen werken als die wordt ondersteund door inspanningen van industrieën, gemeenschappen, organisaties en individuen. De maatschappij, op microschaal, zal daarom waarschijnlijk een steeds grotere rol spelen in deze kwestie. Het besef dat men zich moet voorbereiden op onafwendbare veranderingen groeit", stellen Pim Martens en Chiung Chang in het voorwoord van het VAM-boek.
Juist de complexiteit van die veranderingen vergt volgens Martens een transdisciplinaire aanpak waarbij overheden, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten samenwerken. "Wetenschappers hebben niet alle antwoorden en dat wordt ook steeds meer erkend. De afgelopen jaren is er een groeiend besef ontstaan dat klimaatverandering niet alleen een milieuvraagstuk is, maar dat het ook belangrijke economische en sociale dimensies heeft. Dat is precies waar verschillende disciplines elkaar kunnen aanvullen en waar wetenschap en beleid elkaar raken. De wetenschap beschikt niet als enige over klimaatkennis. Net zoals de overheid niet de enige is die beleid kan maken. In mijn ogen zijn er meer instituties die kunnen bijdragen aan klimaatbeleid. Bedrijven stellen regels, maar ook lokale gemeenschappen, organisaties, en ja, ook wetenschappers kunnen beleid mee bepalen."
Het betoog van Martens roept de vraag op of de mogelijke verstrengeling tussen beleidsmakers en wetenschappers nu juist niet heeft bijgedragen aan het ontstaan van de klimaatverwarring die climategate is gaan heten. Toch is het volgens Martens noodzakelijk om de communicatie tussen wetenschappers en beleidsmakers te verbeteren, gezien de complexe economische, sociale, juridische en gezondheidsvraagstukken waar de maatschappij zich door klimaatverandering voor gesteld ziet.
Martens: "Hoe blijft wetenschap integer als wetenschap, bedrijfsleven en beleidsmakers gaan samenwerken om oplossingen te formuleren? Het gevaar bestaat dat de zuiverheid verloren gaat. Dit gevaar wordt onderkend en daarom zijn er richtlijnen opgesteld om transparantie te waarborgen. Want transparantie is van uitermate groot belang. Zorg dat het voor iedereen na te gaan is hoe conclusies en onderzoek tot stand zijn gekomen. Dat doe je bijvoorbeeld door het hele proces goed te beschrijven en altijd meer dan een afgevaardigde van een partij bij overleggen en beslismomenten aanwezig te laten zijn. En als iemand van buiten dan een vraag opwerpt of een fout ontdekt, geef dan ook toe dat je niet onfeilbaar bent. Wat mij betreft is het IPCC wat dat betreft nogal onhandig geweest door geconstateerde fouten niet meteen toe te geven. Toch is mijn vertrouwen in de wetenschap groot genoeg om te geloven dat ze goed kan samenwerken met andere disciplines. Dat moet ook wel want wetenschap alleen heeft niet alle antwoorden waar het gaat om aanpassing op en preventie van klimaatverandering."
De erkenning dat alleen mitigatiemaatregelen, zoals het terugdringen van CO2-uitstoot, niet voldoende zijn, groeit volgens Martens. Er komt meer aandacht voor maatregelen waarmee maatschappijen zich kunnen aanpassen aan onvermijdelijke veranderende klimatologische omstandigheden.
Martens: "Door climategate wordt de vraag opgeworpen of het allemaal wel zo erg is en of aanpassingsmaatregelen nodig zijn. Maar, los van het klimaatvraagstuk, is het goed om te kijken of ons gedrag toekomstbestendig is. Is het bijvoorbeeld houdbaar hoe we nu omgaan met toerisme, bepaalde ecosystemen, bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen of onze economie? De huidige duurzaamheidsproblemen kun je inbedden in een groter maatschappelijk geheel, dat heeft niet alleen te maken met klimaatverandering."
Volgens Martens is klimaatverandering dan ook niet een puur atmosferisch verhaal, maar horen er tal van sociale aspecten bij. Het VAM-boek, dat voor de zomer in de boekhandels moet liggen gaat in op deze aspecten en hoe individuen, landen, groepen en gemeenschappen hiermee omgaan. 29 wetenschappers schreven mee aan het boek. Zo wordt er bekeken wat voor effect klimaatverandering heeft op gedrag van toeristen, maar ook hoe het bedrijfsleven zich aanpast. In vijftien hoofdstukken wordt onderzocht hoe de relatie tussen wetenschap, praktijk en beleid verbeterd kan worden.
Martens: "Omdat er directe behoefte is aan beslissingen over hoe we klimaatverandering kunnen voorkomen of ons daaraan aan kunnen passen, en hoe we dat doen met schaarse financiële middelen voor klimaatonderzoek, moeten we verder gaan dan geïsoleerde studies over verschillende aspecten van het klimaatprobleem. Er zijn kaders nodig voor analyses die kwetsbaarheid, adaptatie en mitigatie koppelen, die de zorgen vanuit verschillende perspectieven verenigen en waarbinnen beleidsmakers en wetenschappers samenwerken."
Prof. dr. Pim Martens is hoogleraar Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Maastricht. Martens is directeur van ICIS en lid van de gezondheidsraad. Zijn onderzoek richt zich op duurzame ontwikkeling, globalisatie, omgeving, milieu en maatschappij. Hij is als onderzoeker Globalisatie verbonden aan de Swiss Federal Institute of Technology in Zürich en buitengewoon hoogleraar Biological, Evironmental and Rural Sciences aan de Aberystwyth University in Wales.
22 maart 2010
De artikelen van Change Magazine worden door onze eigen redactie vervaardigd. Ze zijn vrij te gebruiken, gaarne met bronvermelding. U kunt zich ook gratis abonneren op Change Magazine. Het volgende nummer ontvangt u zonder kosten in de brievenbus.
Domein: Klimaatonderzoek
Zoekwoorden: Martens, NWO, climategate, adaptatie, mitigatie, CO2.