Slim beleid voor kwaliteit leefomgeving blijft nodig
Schonere lucht, schoner oppervlaktewater, meer ruimte voor de natuur en aantrekkelijke steden om in te wonen: de kwaliteit van de leefomgeving is de laatste twintig jaar sterk verbeterd, mede dankzij het overheidsbeleid. Maar er blijven grote problemen over, zoals klimaatverandering, afnemende biodiversiteit en teruglopende bereikbaarheid.
Om het tij te keren, zijn gerichte beleidsmaatregelen nodig. Die conclusies presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving in de Balans van de Leefomgeving. In de studie maakt het PBL de balans op van ontwikkelingen in de afgelopen jaren op gebied van onder meer milieu, klimaat, biodiversiteit, verstedelijking en bereikbaarheid.
Op de korte termijn profiteert de leefomgeving van de crisis: de uitstoot van vervuilende stoffen ligt lager door verminderde economische activiteiten, en druk op schaarse ruimte is tijdelijk afgenomen. Maar voor de ontwikkeling van schone technieken is door de crisis ook minder geld beschikaar. Dat kan op termijn de leefbaarheid in steden en de kwaliteit van natuur en landschap onder druk zetten.
Kyotodoel kan gehaald worden
In de periode van 2008 tot en met 2012 mag Nederland, zoals overeengekomen in het Kyoto-protocol, maximaal gemiddeld 200 Mton CO2-equivalenten per jaar uitstoten. Dat doel wordt waarschijnlijk gehaald. In een situatie als de economie sneller herstelt dan verwacht, heeft de overheid extra emissierechten nodig om aan de Kyoto-verplichting te voldoen.
De Europese klimaat- en energiedoelen voor 2010 worden waarschijnlijk niet gehaald. Er zijn veel extra investeringen nodig, en extra emissiereductie in de gebouwde omgeving en verkeer om met zekerheid het doel te halen. De productie van hernieuwbare energie in Nederland groeit traag. Bij voortzetting van het huidige budget voor stimuleren van hernieuwbare elektriciteit zal in 2020 6% tot 7% van de energie van hernieuwbare bronnen komen. Het doel van 20% hernieuwbare energie wordt waarschijnlijk niet gehaald.
Achteruitgang biodiversiteit geremd
De achteruitgang van biodiversiteit in Nederland is niet gestopt, maar wel geremd. Dat laatste komt door aanleg van nieuwe natuurgebieden en door minder milieudruk. De milieudruk is de belangrijkste oorzaak van biodiversiteitsverlies: gebrek aan een geschikte leefomgeving, verdroging, vermesting, verzuring en versnippering. Vooral planten en dieren die gevoelig zijn voor niet-optimale ruimte- en milieucondities hebben er last van. Ook klimaatverandering is voor die soorten een extra drukfactor.
Mondiaal gezien gaat de biodiversiteit harder achteruit dan in Nederland. Dit komt deels door de Nederlandse consumptie van land- en bosbouwproducten die in het buitenland zijn geproduceerd. Dat meegenomen heeft Nederland het verlies van biodiversiteit niet gestopt, en ook niet geremd.
20 september 2010
Bron: nieuwsbericht Planbureau voor de Leefomgeving, Balans van de Leefomgeving.
Zoekwoorden: leefomgeving, Kyoto-protocol, hernieuwbare energie, biodiversiteit