Zorgen over mangrovebossen bij Lamu

De Keniaanse regering gaat een tweede haven bouwen bij de eilandengroep Lamu. Het wordt niet alleen een aanvoerplaats voor Kenia, maar ook voor de buurlanden Ethiopië en Zuid-Soedan. De aanleg brengt vooruitgang en werkgelegenheid in het gemarginaliseerde noorden van Kenia. Maar eilandbewoners en milieuactivisten vrezen dat de overhaaste ontwikkeling grote schade kan aanrichten.

Door Ilona Eveleens

Het idee voor een haven in Lamu, een toeristische idylle, dateert van veertig jaar geleden, maar raakte begin dit jaar in een stroomversnelling. Dat heeft te maken met de overeenkomst die Kenia en Zuid-Soedan tekenden over transport van Zuid-Soedanese olie door een pijplijn naar de toekomstige haven van Lamu. Zuid-Soedan en Soedan zijn in een conflict verwikkeld over de huurprijs van de pijplijn die Zuid-Soedanese olie tot voorkort naar een Soedanese haven vervoerde. De Keniaanse regering liet na om de bevolking in te lichten over de plannen en lijkt niet zins om een onderzoek te laten doen naar de effecten voor het milieu.

Een van de zorgen geldt voor de mangrovebossen die deels moeten wijken voor het megaproject van ruim 20 miljard euro. Zo'n 54.000 hectare langs de Keniaanse kust met de Indische Oceaan ligt onder de bossen van bomen die in ondiep zout water floreren. Het zijn de leefgebieden voor krabben, garnalen en vissen. In de mangrovebossen bij Lamu leven de laatste Doegongs die Kenia rijk is.

Het eerste stuk mangrovebos dat is omgezaagd voor de aanleg van de haven

Het hout van de bomen, gebruikt in Kenia in de bouw, mag niet meer worden uitgevoerd nadat er roofbouw was gepleegd op de bossen voor export. "Ik leef van de mangrovebossen. Ik verdien mijn geld met de handel in het hout. Het is dus voor mij belangrijk dat het steeds opnieuw wordt aangeplant, anders zit ik straks zonder handelswaren", merkt Abdulrahman Aboud op. Hij zag met leden ogen hoe begin dit jaar een enorm stuk mangrovebos werd gekapt voor de bouw van het eerste deel van de haven. "Wij houden ons aan milieuregels maar de regering zaagt maar naar believen."

De handelaar is lid van de belangengroep Redt Lamu. Daarin zitten allerlei belanghebbenden zoals vissers en mensen die in het toerisme werken. De organisatie heeft een zaak aangespannen bij justitie om de aanleg van de haven uit te stellen. Zij willen geïnformeerd en gehoord worden over de plannen en eisen rapportage over de effecten van de haven op het milieu.

"In de mangrove-bossen liggen veel van de visbroedplaatsen. Als de bossen vernield worden, gaat de visstand achteruit en raken wij onze inkomsten kwijt", zegt Jamal Ahmed Ali. "Bovendien vind ik dat we voorzichtig moeten omspringen met onze bomen, want ze zijn toch een opslagplaats voor koolstofdioxide."

 
Ten zuiden van Lamu voeren wetenschappers van het Earthwatch Instituut al geruime tijd een onderzoek uit naar het potentieel van mangrovebossen om koolstofdioxide op te slaan in de wortels. Gehoopt wordt dat de bomen als wapen kunnen dienen in de strijd tegen klimaatsverandering. "Wij kunnen meepraten over de veranderingen in het klimaat. Droogten komen steeds vaker en langer voor. Vorig jaar kampten we op de eilanden met een groot watergebrek", vertelt Jamal Ahmed Ali. "Hoe moet dat straks met vele tienduizenden mensen meer die in de haven werken?"

18 april 2012