Alcoholaccijns op benzine

Door Baud Schoenmaeckers, hoofdredacteur (redactie@changemagazine.nl)

Begin juli werd de Nederlandse benzinemarkt verrijkt met biosuper -  85 procent Euro 95, en 15 procent 'natte' ethanol. De ethanol komt van Brazilliaanse suikerrietplantages, concurreert niet met voedsel (de bodem is te slecht voor voedselgewassen) en er wordt geen regenwoud voor gekapt. Hier kan het Cramer-duurzaamheidsstempel op.

Dat de ethanol 'nat' is, komt omdat het laatste beetje water er niet uit is gehaald. Dit stuk van het drogen van de ethanol kost zoveel energie, dat de te behalen CO2-winst door de bijmenging met gewone benzine, zou vervliegen. De makers van de hE15 biosuper hebben dit restwater chemisch goed ingepakt zodat de automotor nergens last van krijgt. Een mooi product zo lijkt het. Nu de alcoholaccijns er nog af want, echt waar, ethanol aan de pomp wordt net zo belast als drank bij de slijter.

Minister Van der Hoeven ziet kansen met eerste generatie biobrandstofgewassen. Maar ze stelt dat 'waakzaamheid geboden is'. Ze wordt hierin gesterkt door ICCO voorman Jack van Ham. Hij signaleert dat de ingezette vermindering van de houtkap van het Amazonewoud op zijn retour is; de kap neemt weer toe. In de nieuwe woudreusvrije gebieden wordt het vee geweid en op de voormalige weilanden wordt suikerriet geoogst. Wat vandaag door de duurzaamheidkeuring komt, moet morgen in de herkeuring.

Qua bodemkwaliteitsbehoefte is koolzaad de Europese equivalent van het Brazilliaanse suikerriet. Een nobel tussengewas dat de bodem verbetert zodat daarna voedsel kan worden verbouwd. Een gewas waar ook landbouwminister Verburg content mee kan zijn door het hoge biobased-economy gehalte: alles van de plant wordt gebruikt. Eerst voor voedsel en olie, de rest voor isolatiemateriaal - en andere producten. Voor een liter olie is veel koolzaad nodig, en dus veel land. Biodieselindustrie voorzitter Jurgensen adviseert dan ook de vele duizenden hectare braakliggende grond in het oosten van Europa hiervoor te gebruiken, Én de subsidies op geïmporteerde Amerikaanse niet duurzame biodiesel te stoppen.

De regen van wetenschappelijke rapporten over de voors en tegens van biomassa is even gaan liggen, de discussie lijkt verstomd of is men murw geslagen? Een oplossing voor het dilemma is er niet. Terwijl alle partijen het erover eens zijn: biomassa is groen goud, zowel voor energie als producten. Tijd dus voor een (nieuwe) Europese Biomassa-top? Waarin de drie biomassa-ministers (in dit nummer aan het woord) een leidende rol spelen en hun Europese milieu-, landbouw-, en economiecollegas uitnodigen? Vergezeld van de collegas van Financiën en Ontwikkelingssamenwerking. Mét de industrie uiteraard en (minimaal) eurocommissaris Fisscher Boel? Een mens of 50, 60, niet meer? En niet eerder naar buiten voor goede afspraken zijn gemaakt? Het is maar een suggestie.

We zijn niet uitputtend, maar ik hoop dat we met dit nummer van Change Magazine een goed beeld geven van het brede scala aan mogelijkheden van biomassa. En dat we een bijdrage leveren aan het uit de impasse halen van de discussie die zo is toegespitst op food versus fuel. Een discussie die gevoerd moet blijven, maar zodanig dat niet alles rond biomassa in een negatief daglicht wordt gesteld.

26 augustus 2008