Werkgevers aan zet
Door Lodewijk de Waal, voorzitter Taskforce Mobiliteitsmanagement
De Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM) stimuleert bedrijven en organisaties slim te werken en te reizen door slim om te gaan met flexibilisering van werk, onafhankelijk van tijd en plaats. Niet alleen de vraag hoe te reizen, maar ook wanneer, waarheen en: überhaupt reizen. Daar waar tot nu toe de nadruk lag op de overstap van auto naar openbaar vervoer en fiets, staat bij het moderne mobiliteitsmanagement het doorbreken van de 9-tot-5-cultuur centraal evenals meer waardering voor geleverde arbeid, in plaats van zijn aanwezigheid van de werknemer op kantoor.
Met een mobiliteitsbudget verleidt de werkgever de werknemer duurzamere keuzes te maken.
De aanpak van de TFMM is vernieuwend doordat zij doelen als minder autoverkeer in de spits en minder milieu-uitstoot niet als uitgangspunt neemt, maar als resultante en zij de intrinsieke motivatie van werkgevers
en werknemers centraal stelt. Mobiliteitsmanagement is voor werkgevers belangrijk vanwege bereikbaarheid, kostenbesparing en milieu-uitstoot, maar ook voor het aantrekken en vasthouden van werknemers. Mobiliteitsmanagement kan voor de werknemer bijdragen aan een betere privé/werkbalans en meer flexilibiliteit en keuzevrijheid. Zo min mogelijk tijd verliezen op de weg door niet altijd naar het werk te gaan, maar aan het werk te zijn.
Ruim twee jaar is de TFMM bezig om werkgevers,overheden, sociale partners en andere betrokkenen gezamenlijk in beweging te krijgen. Een beweging die moet leiden tot vrijwillige, maar niet vrijblijvende afspraken om het aantal autokilometers in de spits en de bijbehorende milieu-uitstoot terug te dringen. In deze jaren zijn mooie resultaten geboekt - zoals een pilot om werken op afstand mogelijk te maken en het verruimen van de fiscale mogelijkheden voor duurzame mobiliteit. 700 bedrijven in 14 regios met meer dan een half miljoen werknemers tekenden zich in op deze ontwikkelingen die een omslag in het gedrag kunnen betekenen.
Dit is echter nog onvoldoende voor een doorbraak bij werkgevers en werknemers. Niet verwonderlijk omdat cultuuromslag en gedragsverandering veel tijd kosten, omdat in crisistijd veranderingen in de arbeidsvoorwaarden niet de hoogste prioriteit hebben en omdat de vele regels en procedures bij de
overheid vertragend werken.
Toch is de aanpak van de TFMM de juiste. Want publiekprivate samenwerking heeft veruit de voorkeur boven eenzijdige regelgeving. Waarbij ik denk dat de bal ligt bij de werkgevers. Zij moeten nu het initiatief naar zich toe te trekken, bijvoorbeeld met mobiliteitsbudgetten. Nu krijgen veel werknemers een vergoeding voor woon-werk- en/of zakelijk verkeer die duurzamere vormen zoals OV, fiets, onderweg of thuiswerken niet stimuleren. Sterker: je bent toch een dief van je eigen portemonnee door met het OV te reizen als je een leaseauto met tankpasje krijgt! Met een mobiliteitsbudget kan een werknemer zelf kiezen en stimuleert de werkgever hem/haar duurzamere keuzes te maken. Geheel in de filosofie van de TFMM: niet door dit af te dwingen maar door werknemers te verleiden tot slimmere keuzes. Aan het mobiliteitsbudget is eenvoudig een koppeling te leggen met emissie en met beprijzing van het wegverkeer. Daar heb je dan wel een platform zoals de TFMM nodig die in haar verbindende en aanjagende rol mobiliteit en duurzaamheid aan elkaar knoopt. Nu het mandaat van de TFMM in september 2010 afloopt doet zich de vraag voor: wie stimuleert die ontwikkelingen verder, in het belang van onze economie en onze leefomgeving? Wordt er met de overheid in de regierol op regelgeving aangestuurd, of geloven we meer in zelfregulering?
De Taskforce gelooft dat de werkgevers aan zet zijn om, samen met overheden en aanbieders, mobiliteitsmanagement en het nieuwe werken een krachtige impuls te geven.
13 juni 2010
Deze column is eerder verschenen in Change Magazine, Duurzame Mobiliteit - Nederland al polderend koploper in Europa?, jaargang 6 nummer 1