De Boer: Kyoto donkere wolk voor klimaatoverleg

"De internationale klimaatonderhandelingen verkeren in zwaar weer", zegt Yvo de Boer, voormalig secretaris-generaal van het VN-klimaatbureau UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), bij One World. Een vervolg op het Kyoto-protocol veroorzaakt een patstelling bij de onderhandelingen.

Yvo de Boer sprak in Londen op de internationale conferentie van de All Party Group on Climate Change. De Britse groep organiseert discussies en debatten over politiek en beleid in het klimaatvraagstuk. Ten eerste is het volgens De Boer 'zeer onwaarschijnlijk' dat de Amerikaanse president Obama de komende vijf jaar leiderschap kan tonen op het gebied van klimaatverandering. Zelfs als hij de volgende presidentsverkiezingen wint, zal zijn eigen partij hem waarschijnlijk vertellen 'het niet te verpesten' door zich te verwikkelen in klimaatproblematiek. "En gebrek aan actie vanuit de VS om CO2-emissies te verminderen", vertelt De Boer, "betekent minder druk op China en India om een juridische verplichting aan te gaan op het gebied van emissie-reductie. Zonder zulke verplichtingen zullen de VS ook niet handelen." Daarnaast is het Europa op het moment ook niet gelukt om leiding te nemen.

Volgens De Boer worden de onderhandelingen bovendien verward door de perceptie van ontwikkelingslanden dat industriële landen hun beloftes herhaaldelijk verbreken. "Als je mensen recht in hun ogen aankijkt en ze vraag of ze geloven in 'groene groei', zullen er maar weinig 'ja' zeggen. Veel landen zijn sceptisch."

Het Kyoto Protocol 'hing als een donkere wolk boven de onderhandelingen' in Kopenhagen en Cancún. Industriële landen wilden er niet mee verder, en ontwikkelingslanden waren niet bereid om het terzijde te leggen. Deze patstelling kan er volgens De Boer voor zorgen dat ontwikkelingslanden niet meer meedoen. Een overeenkomst over klimaatfondsen voor ontwikkelingslanden op de volgende klimaattop in Durban, Zuid-Afrika, november dit jaar zou de interesse van ontwikkelingslanden voor het onderhandelingsproces opnieuw kunnen wekken. Maar de verantwoordelijke commissie voor de ontwikkeling van een Groen Klimaat Fonds loopt volgens De Boer niet goed: de laatste bijeenkomst werd gedomineerd door een twist over lidmaatschap.

De Boer zegt dat politici niet bereid zouden zijn om publiekelijk hun rug naar het VN onderhandelingsproces te keren. De vraag is dus of en hoe het proces gerevitaliseerd kan worden.

Noorwegen probeerde een mogelijke aanpak, door werk te maken van de discussie over bossen (ontbossing draagt volgens schatting 18% bij aan de uitstoot van broeikasgassen). Daarbij participeert het land onder meer in REDD, Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation, en heeft het fondsen ingesteld om bossen te beschermen en aan te leggen in onder meer Brazilië, Indonesië en Guyana. In Cancún is het REDD-mechanisme opgenomen in de klimaatafspraken.

Tijdens de bijeenkomst in in Londen vertelde De Boer dat er op twee vragen dringend politieke antwoorden nodig zijn:

  • Werken wereldleiders aan een juridisch bindend instrument voor emissie-reductie? Zo ja, dan zou er duidelijkheid moeten komen over wat dat voor individuele landen betekent;
  • Gaan we verder met het Kyoto Protocol, de enige juridisch bindende klimaat-overeenkomst?