'Zoet & Zout' - Opinie Tracy Metz

Water is leven - en dood. Naarmate de overstromingen en de droogtes op veel plaatsen in de wereld Bijbelse properties aannemen, dringt het belang van water steeds verder ons bewustzijn en onze politieke en ruimtelijke agenda binnen. Nergens is dit beter te zien dan in de Lage Landen, waar het beheersen van het water altijd een voorwaarde is geweest om te kunnen leven en overleven. Als er één element is dat bepalend is voor Nederland - voor zijn bestaan, voor zijn landschap, voor
zijn identiteit - dan is dat het water.

Dat is ook door de eeuwen heen in de kunst te zien geweest. Maartje van den Heuvel bracht 125 kunstwerken met het thema water bij elkaar op de tentoonstelling in de Rotterdamse Kunsthal, die samen met het gelijknamige boek over de transformatie van het landschap het project 'Zoet&Zout: Water en de Nederlanders' vormde. In de kunst uit de afgelopen vijf eeuwen - schilderijen, kaarten, fotos, tekeningen, videowerken - is te zien hoe de Nederlanders zich door de eeuwen heen tot het water hebben verhouden. Variërend van strijd tot verbond en van gewin tot plezier en mythe. Kunst, ook uit een ver verleden, biedt inzicht in wat water voor de inwoners van de Lage Landen zoal betekent - en biedt daarmee ook handvatten voor de toekomst.

Van oudsher hebben we het water bedwongen met pompen en dijken bouwen, maar die strategie is nu aan een radicale verandering onderhevig. Volgens de nieuwste inzichten kunnen we, in plaats van ons achter steeds hogere muren te verschansen, beter het water gedoseerd binnen laten. 'Bouwen met de natuur' is de nieuwe toverspreuk. Nu wordt het landschap aan een extreme makeover onderworpen om de nieuwe verhouding tot het water vorm te geven. Geen woonwijk tegenwoordig die niet door tochten en vaarten wordt doorkruist. Oude gedempte binnenhavens worden weer uitgegraven. Drijvende woonwijken, parkeergarages en zelfs parken rukken op - vooralsnog vooral op de tekentafel - en er worden nieuwe waterbergingen aangelegd.

Dijken worden verlaagd, zodat polders af en toe kunnen onderlopen - vloeken in de kerk voor degenen die met zwaar werk het land juist hebben drooggelegd. Langs de kust wordt de zeedijk in de duinen ingebouwd. Voor de kust wordt een enorme zandhoop neergelegd, die de zee naar eigen goeddunken langs de kust zal verdelen. De grote rivieren krijgen nieuwe zijtakken, die zowel een ontsnappingsroute als ook nieuwe waterrijke locaties voor landelijk wonen bieden. Nederland wordt niet alleen veiliger van dit alles, is het idee, maar ook mooier als de bescherming tegen het water integraal onderdeel wordt van de ruimtelijke ordening.Het is de vraag in hoeverre we kunnen blijven kijken naar de overheid om de waterproblemen - vaak te veel, soms te weinig en steeds vaker te zout - op te lossen.

Jawel, het beheren en het beheersen van het water is van oudsher een collectieve opgave geweest (en is daarmee, zegt men, ook de bakermat van de consensuscultuur, het 'polderen' als maatschappelijk arrangement). Maar zal dat tot in lengte van dagen zo blijven? In de wereld van het water is het, net als in de gezondheidszorg en het openbaar vervoer, de vraag of we alles van de overheid moeten blijven verwachten. Voor de Lage Landen is alleen al het stellen van de vraag net zon revolutie als het durven binnenlaten van het water.

Dankzij eeuwen van expertise in het omgaan met het water heeft Nederland zich ontwikkeld tot een laboratorium voor het werken en leven met het water. De rest van de wereld volgt met grote belangstelling de innovatieve wateroplossingen die in Nederland worden bedacht.

'Zoet&Zout' levert inspiratie voor al diegenen die met 'het nieuwe water' bezig zijn - van ingenieurs tot landschapsarchitecten, van dijkgraven tot politici. Er is een rijkdom aan betekenissen voorhanden, uit de tijd van Rubens en Ruisdael maar ook van nu. De opgave voor de toekomst zal zijn om die opnieuw te laten doorklinken in een landschap dat in toenemende mate door het water wordt bepaald.